Bij schouderartrose is er sprake van slijtage in het schoudergewricht. Als u pijn voelt in uw schouder, kan dat wijzen op artrose. De pijn is voortdurend aanwezig of alleen als u uw arm wilt bewegen. Bijkomende klachten kunnen zijn dat uw schouder ’s nachts pijn doet, dat uw schouder kraakt bij beweging en dat u uw arm niet meer zo goed kunt gebruiken.
Artrose is een aandoening van het kraakbeen in gewrichten. In een gewricht komen twee of meer botten samen. Die botten zijn voorzien van een laagje glad kraakbeen, zodat ze soepel kunnen bewegen ten opzichte van elkaar. Op zich is het normaal dat met het toenemen van de leeftijd kraakbeen in een gewricht van dikte en samenstelling verandert. Bij artrose echter treedt overmatige slijtage op van het kraakbeen. Het gladde oppervlak wordt dun, brokkelig en/of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Het lichaam kan dit niet meer repareren.
Er zijn drie oorzaken van artrose:
Beschadigd kraakbeen herstelt nauwelijks. Wanneer de kraakbeenlaag dunner wordt of verdwijnt, bewegen de botuiteinden in een gewricht niet meer soepel langs en over elkaar. Er is toenemende wrijving tussen de botten en dat doet pijn. Ook kunnen ruwe uitsteeksels ontstaan op het bot. Er kan zich vocht ophopen in het gewricht en de omliggende weefsels – vandaar de zwelling. Zowel de pijn als de zwelling maken bewegen moeilijk.
We hebben het altijd over hét schoudergewricht, maar eigenlijk bestaat de schouder uit twee gewrichten (zie afbeelding).
In beide gewrichten kan artrose ontstaan.
Afhankelijk van het type, de plaats en de ernst van de artrose, zijn verschillende behandelingen mogelijk. Elke behandeling heeft een eigen effect. Bedenk dat kenmerkend voor artrose is, dat perioden met meer en minder pijn elkaar afwisselen.
De behandelmogelijkheden zijn:
Wanneer uw artrose niet reageert op de genoemde behandelingen, zijn er operatieve mogelijkheden:
Bij ernstige artrose in het glenohumerale gewricht kan een schouderprothese, een kunstschouder, de oplossing zijn. Het belangrijkste doel is vermindering van de pijn. Dit lukt in de meeste gevallen voor een belangrijk deel. Het herstel van de beweeglijkheid en de kracht in de schouder is echter minder voorspelbaar. Dit is vaak afhankelijk van de conditie van uw schouder voor de operatie. Met name stijfheid en de kwaliteit van het peesweefsel op de schouderkop spelen hierin een rol. Uw orthopedisch chirurg informeert u over de mogelijkheden.
Bij het AC-gewricht kan een stukje van het sleutelbeen worden verwijderd. Dan raken de botuiteinden elkaar niet meer in het gewricht en blijft de pijn weg.