Zoeken
HomeWaar zit je Klacht?SchouderArm uit de kom (schouderluxatie)

Arm uit de kom (schouderluxatie)

Schouderluxatie is het ‘uit de kom gaan’ van de bovenarm. Dat betekent dat het bovenarmdeel van het schoudergewricht niet meer op zijn plaats zit in de schouderkom.De bovenarm kan gedeeltelijk uit de kom schieten (subluxatie) of helemaal (totale luxatie). In beide gevallen voelt u veel pijn en kunt u de schouder niet of slechts beperkt gebruiken. Misschien heeft u bij herhaling last van een schouderluxatie; dat heet een recidiverende schouderluxatie.

Bij kinderen met overmatig elastische gewrichtsbanden (hyperlaxiteit heet dat) schiet de arm eerder uit de kom.

Arm uit de kom (schouderluxatie)

Hoe werkt de schouder?

De bovenarm vormt samen met het sleutelbeen en het schouderblad de schoudergordel. De bovenarm eindigt aan de bovenkant als een ‘bol’. Deze bol ligt tegen de kom die onderdeel is van het schouderblad. Het schoudergewricht is zeer beweeglijk: de kom is klein en de bovenarmkop is groot. Hierdoor kan de arm naar alle kanten ver bewegen. Die beweeglijkheid zorgt ervoor dat de botten in de schoudergordel weinig steun bieden aan elkaar. De gewrichtsbanden en de pezen van de spieren rond de schouder (gezamenlijk heet dat de rotator cuff) zorgen er normaal gesproken voor dat de schouderbotten toch goed bij elkaar blijven.

Hoe ontstaat een schouderluxatie?

 In veruit de meeste gevallen schiet de kop van de bovenarm aan de voorkant uit de kom van het schouderblad. Soms is de luxatie naar achteren, of – heel zeldzaam – naar boven of onder. Meestal ontstaat een schouderluxatie door vallen op de arm of rechtstreeks op de schouder. Ook een forse stoot tegen de schouder kan een luxatie veroorzaken, net zoals een beweging (een worp, bijvoorbeeld) of een plotseling tegengehouden beweging. Deze situaties ontstaan in het dagelijks leven (bijvoorbeeld door een val van de trap of fiets). Bepaalde sporten geven meer kans op een arm uit de kom (bijvoorbeeld voetbal, skiën, hockey, rugby, volleybal en basketbal).
 Soms heeft een schouderluxatie te maken met een te geringe sterkte van de gewrichtsbanden en/of pezen of met een overmatige elasticiteit van deze weefsels (hyperlaxiteit).

Wat merkt u van een schouderluxatie?

Allereerst voelt u in uw schouder een felle pijn. Bij een luxatie naar voren zult u de arm een beetje naar buiten gedraaid hebben en houden, dan is de pijn het minste. Aan de voorkant van de schouder zit een verdikking; dat is de bovenarmkop die uit het gewricht is geschoten. Mocht uw arm aan de achterkant uit de kom zijn geschoten, dan zit de verdikking ook aan de achterkant, hoewel dit niet altijd goed te zien is. Uw arm zal in dit geval een beetje naar binnen gedraaid tegen uw lichaam hangen. Naast de genoemde pijn en verdikking kunt u ook merken: een snel opkomende zwelling, een verdoofd gevoel in uw schouder of arm, krachtverlies en/of verkleuring. Bij een schouderluxatie kan schade ontstaan in de weefsels rondom het gewricht: het gewrichtskapsel. Ook het kraakbeen op de botten kan beschadigd raken. Bij mensen vanaf een jaar of veertig kunnen ook spierpezen beschadigd raken.

Wat kunt u zelf doen?

 Als eerste hulp tegen de pijn en de zwelling is het aan te raden uw schouder gedurende vijftien tot twintig minuten te koelen met ijs of een ‘cold pack’. Leg het ijs niet rechtstreeks op uw huid (kans op bevriezing van de huid), maar doe er een handdoek of T-shirt tussen.

Wat doet de arts?

U meldt zich met een schouderluxatie bij de afdeling spoedeisende hulp. De dienstdoende arts zal informeren naar uw gezondheidstoestand en naar wat er is gebeurd. Ook zal de arts de schouder onderzoeken. De arts kijkt daarbij onder andere naar de doorbloeding en de zenuwvoorziening van de arm. Uw arts zal de bovenarm terug in de kom plaatsen (reponeren). Indien nodig kan hij hiervoor een verdoving in het schoudergewricht spuiten, en soms is algemene verdoving nodig. Wanneer de arm terug in de kom is, zal de pijn meteen verminderen en is in principe elke beweging weer mogelijk. Wanneer de dienstdoende arts het nodig acht, volgt een verwijzing naar de orthopedisch chirurg voor nader onderzoek.

Wat moet u doen als de schouder is teruggeplaatst?

Koelen en pijnstillers kunnen de eerste dagen nuttig zijn. Na het terugplaatsen van de schouder krijgt u een draagdoek of band voor de arm. Absolute rust is voor de arm echter niet nodig. Als het gaat, kunt u al meteen de arm steeds meer gaan bewegen, zonder deze te belasten. Wanneer dat goed gaat, kunt u de arm langzaamaan steeds meer belasten. De draagdoek hoeft u, afhankelijk van de pijn, maximaal een tot drie weken te gebruiken. Er zijn geen speciale oefeningen, activiteiten of bewegingen die de genezing kunnen helpen. Wel bevordert beweging de toename van kracht en coördinatie van de spieren rondom uw schouder, waardoor de spieren het gewricht beter kunnen ondersteunen. Daarom maakt fysiotherapie meestal deel uit van het revalidatieproces.

Het normale genezingsproces duurt een tot drie maanden. In deze periode is de kans groter dat uw arm opnieuw uit de kom schiet. U kunt daar met uw activiteiten rekening mee houden. Na drie maanden moet u de schouder weer normaal kunnen gebruiken. Heeft u lichamelijk zwaar werk of doet u een sport waarbij u uw armen intensief gebruikt, dan is contact met een fysiotherapeut aan te raden

Wat moet u doen als het daarna niet goed gaat met de schouder?

Meestal spreekt uw arts een controle met u af. In de volgende gevallen neemt u zelf contact op met uw arts:

  • als u na de eerste dagen nog veel pijn heeft,
  • wanneer bewegen na meerdere weken nog niet goed mogelijk is,
  • als het niet lukt om uw arm steeds meer te belasten,
  • wanneer uw arm opnieuw uit de kom gaat,
  • of als u het gevoel heeft dat uw arm steeds uit de kom lijkt te gaan.

Wat is het gevaar van een schouderluxatie?

Een schouderluxatie is niet echt gevaarlijk, alleen erg pijnlijk. Een ernstige beschadiging van een bloedvat of zenuw door de luxatie is zeldzaam. Wel treedt vaak een overrekking op van de zenuwen rondom de schouder. Dit geneest meestal volleding, binnen drie maanden. Een eenmaal geluxeerde schouder heeft een grotere kans om opnieuw uit de kom te schieten. Sommigen kiezen daarom voor een andere sport. Een operatie voorkomt in de meeste gevallen een nieuwe luxatie; uw orthopedisch chirurg vertelt u er meer over.