Zoeken
HomeWaar zit je Klacht?KnieKnieprothese

Knieprothese

Als u een beschadigde of versleten knie hebt, is lopen en lang staan vaak erg pijnlijk. In een vergevorderd stadium treedt verstijving op. Als de last voor u te groot wordt, kan de orthopedisch chirurg een knieprothese adviseren.

Wat zijn de klachten bij een beschadigde of versleten knie?
Als u veel pijn voelt bij het (trap)lopen of lang staan, kan dat wijzen op een beschadigde of versleten knie. Ook bij het opstaan voelt u pijn. Fietsen levert doorgaans de minste klachten op. In een gevorderd stadium treedt verstijving op: in sommige gevallen kunt u uw knie niet meer strekken. Ook kan zich een afwijkende stand van de knie ontwikkelen: een zogeheten X- of O-beenstand. In dat geval voelt uw knie in toenemende mate instabiel aan.

Wat zijn de oorzaken?
De oorzaak van een slijtage van een kniegewricht is meestal onduidelijk. Kraakbeen- en stofwisselingsziekten of kraakbeenbeschadiging door een botbreuk zijn mogelijk de oorzaak. Wanneer een meniscus is verwijderd, is er een grotere kans op slijtage. Reumapatiënten hebben vaak knieproblemen, omdat reuma het laagje kraakbeen aantast.

Wanneer is een knieprothese noodzakelijk?
De orthopedisch chirurg stelt de ernst van de slijtage vast door uitwendig onderzoek en röntgenfoto’s. Het kniegewricht kan zo ernstig beschadigd zijn dat een knieprothese noodzakelijk is. Er zijn twee typen: de totale en de halve knieprothese. De totale knieprothese wordt het meest toegepast. Deze vervangt het gehele kniegewricht. De halve knieprothese vervangt alleen de binnen- of buitenzijde van het kniegewricht.


Wat kunt u met een knieprothese?
Na plaatsing van een knieprothese is de pijn meestal verdwenen en kunt u veel beter lopen. In veel gevallen kunt u de knie minimaal tot negentig graden buigen. Fietsen is doorgaans mogelijk. Het is niet raadzaam de nieuwe knie in werk of sport zwaar te belasten: de kans op beschadiging is dan groter. De orthopedisch chirurg kan u hierover adviseren. Knieprothesen zijn tegenwoordig van hoogwaardige kwaliteit. In het merendeel van de gevallen gaat de knieprothese minimaal tien tot vijftien jaar mee.

U krijgt een knieprothese. Wat betekent dat voor u?
De voorbereiding op de operatie
De voorbereiding op de operatie begint met de preoperatieve screening door de anesthesioloog; over alles wat met de verdoving te maken heeft. De operatie gebeurt onder gehele narcose of met een ruggenprik in combinatie met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt. Soms schrijft de specialist al voor de operatie fysiotherapie voor, zodat u met krukken leert lopen.

De operatie
Inclusief de voorbereiding duurt de operatie twee tot tweeënhalf uur. De orthopedisch chirurg maakt aan de voorkant van de knie een verticale snee en verwijdert vervolgens de aangetaste gewrichtsvlakken. Met speciale instrumenten worden de versleten botdelen verwijderd en wordt het overgebleven bot passend gemaakt voor de prothese. Dan plaatst de orthopedisch chirurg de knieprothese.
Aan de boven- en onderzijde is deze knieprothese van metaal. Een kunststofschijf tussen de metalen delen van de prothese zorgt ervoor dat de knie soepel kan scharnieren. In een aantal gevallen wordt ook het gewrichtsoppervlak van de knieschijf vervangen door kunststof. Tijdens en soms ook enige dagen na de ingreep krijgt u antibiotica om de kans op infectie te verkleinen.

Na de operatie
U gaat naar de uitslaapruimte, waar u de eerste uren intensieve controle krijgt. Sommige patiënten zijn na de ingreep enigszins misselijk. Als u voldoende hersteld bent, gaat u terug naar uw eigen afdeling. De eerste dagen na de operatie krijgt u meestal pijnstillers. Na de operatie heeft u een infuus en u krijgt medicijnen om trombose te voorkomen.


Nabehandeling
De dag na de operatie mag u uit bed. Dan begint onder begeleiding van de fysiotherapeut de revalidatie. Die bestaat vooral uit het buigen en strekken van de knie. Met behulp van krukken mag u in principe de knie direct volledig belasten. Meestal kunt u na vijf tot zeven dagen naar huis. In sommige gevallen vindt revalidatie plaats in een verzorgingshuis, verpleeghuis of revalidatieinstelling.

Steeds wordt bekeken in hoeverre de functie van de knie zich herstelt. Soms is het nodig de knie onder narcose door te bewegen om de revalidatie te bevorderen. Sommige patiënten houden enige tijd last van de knieschijf of van enige zwelling en warmte van de knie, maar deze klachten verdwijnen in de regel vanzelf. In enkele gevallen is de slijtage echter zo ernstig dat ondanks de operatie de knie niet voldoende beweeglijk wordt.


Welke complicaties kunnen er optreden?
Ondanks alle zorg die aan de operatie wordt besteed, kunnen er soms complicaties optreden:

  • er bestaat kans op infectie van de knieprothese of het gebied er omheen;
  • nabloeding van de wond kan optreden;
  • soms is het buigen van de knie niet goed mogelijk en doet een buiging pijn: de prothese spoort niet goed met de knie;er is kans op trombose.


Wanneer moet u met de behandelend arts contact opnemen?
Neem contact op met de behandelend arts als:

  • de wond aan de knie gaat lekken;
  • de wond dik wordt en/of meer pijn gaat doen;
  • u niet meer op uw been kunt staan, terwijl dit voorheen wel mogelijk was.


De kans op infectie blijft bestaan. Bij een operatie, huidinfectie, het trekken van een tand of kies of bij een tandwortelbehandeling moet u uw huisarts, tandarts of specialist vooraf inlichten. Uw behandelaar beoordeelt of antibiotica noodzakelijk is.